banner-image

WAT DOEN SCHURFTMIJTEN ZOAL?

Kort gezegd: graven, eten, paren. Hun levenscyclus begint met een volwassen vrouwtje dat al bevrucht is. Zij zoekt een geschikt stukje warmbloedige huid, waarin ze een oppervlakkig, slingerend gangetje graaft. Ze zuigt geen bloed, ze eet huidcellen van haar ‘host’.

Elke dag legt ze twee à drie eitjes van 0,1 millimeter groot. Daarna graaft ze verder. Zo kan haar gang een paar centimeter lang worden, voordat ze sterft, na een week of zes.

Na twee à drie dagen komen haar eitjes uit. De larfjes kruipen de gang uit en graven elders een ondiep holletje, meestal in een haarzakje. Intussen vervellen ze een paar keer. Zo groeien ze flink. Na de laatste vervelling paren de mijten, waarna de mannetjes direct sterven.

De bevruchte vrouwtjes verlaten hun haarzakje en gaan aan de wandel. In dit stadium kunnen ze, via huidcontact of bijvoorbeeld kleding, een nieuwe gastheer/-vrouw bereiken.